In 2004 ging het Stadsgebed Amersfoort van start. In dit stadsgebed komen kerken en christenen samen die hart voor de stad hebben, omdat zij geloven dat God hart voor de stad heeft.
Onze houding
Hoe reageren we als christenen en kerken op de stad? Een multiple choice (eerlijk invullen!):
a. Ik ben huiverig voor de grote boze stad (Kijk uit voor de stad!)
b. Ik voel me verheven boven de grote boze stad (Ik ben veel beter!)
c. Ik pas me aan om mee te kunnen doen in de stad (Ik hoor erbij!)
d. Ik doe zoveel mogelijk mee, zonder ‘besmet' te raken (Ik profiteer van de stad!)
e. Ik heb medelijden met de stad (De stad heeft mij nodig!)
Terwijl het volk Israël in ballingschap is in Babel komt God met een verbazende, misschien wel verbijsterende opdracht: ,,Zoekt de vrede voor de stad … en bidt voor haar'' (Jeremia 29 vers 7). Deze weg van God gebruiken we als model voor onze houding naar de stad. In contrast hiermee komen twee verkeerde agenda's naar voren.
Assimilatie of isolatie
Allereerst de strategie van Babel ten opzichte van de door hen overwonnen volken: assimilatie. Je kunt met ons leven. Je krijgt de beste banen, de beste opleiding (vgl. Daniël). Je wordt zoals wij, intellectueel, sociaal, cultureel, geestelijk. Daarnaast de strategie van de joodse profeten (zie Jeremia 28): isolatie. Doe niet mee in de stad. God zal je snel terugbrengen naar Jeruzalem. Laten we alleen contact hebben voor zover het in het voordeel is van ons volk.
Dienen
De weg die God wijst is: doe helemaal mee in de stad. Niet om er zelf beter van te worden (assimilatie). Ook niet in het belang van je eigen groep (isolatie). Maar voor de stad zelf! Dien de stad . Er volgt nog een opmerkelijke toevoeging: ,,want in haar vrede, zal uw vrede gelegen zijn''. Vertaald voor vandaag, betekent dit een diep besef dat we als kerk de stad nodig hebben voor Gods koninkrijk! Gods koninkrijk is niet een vage spirituele dimensie. Het woord ‘shalom', vrede voor de stad, omvat een totale bloei in alle dimensies: sociaal, fysiek, economisch, geestelijk (zie bijv. Jesaja 26; Psalm 72). Om deze vrede te laten stralen tot eer van God is de stad nodig!
Afhankelijk van God
We bidden voor de stad in de overtuiging dat God de Heer is van de wereld en de Heer ook van de steden. Hij is werkzaam in de steden. Bidden is je richten op God die werkt. Het gaat niet om een christelijke actie, niet om een gezamenlijke actie van kerken. Het heil hangt niet af van onze gedrevenheid of christelijkheid. Alles hangt af van God, die wil, en kiest en werkt. Het gebed voor de stad is een gebed, gericht tot God, die zelf al op de stad is gericht. In het bidden is dit een gereformeerd accent! Al kunnen gereformeerden hier geen monopolie op laten gelden… Ons afhankelijk naar God opstellen komt onder andere tot uiting in vasten en in stil zijn voor God om Hem te vragen: is er iets wat U wilt zeggen?
Ingeschakeld door God
Gebed voor de stad is geen ‘onderhoudsgebed': kort, meer mechanisch, gericht op de eigen (kerkelijke) noden. Gebed voor de stad is een ‘frontliniegebed'. Vanuit de stad, in veel opzichten inderdaad ‘van God los', vragen we om genade. Er is een besef van urgentie, van de noodzaak van Gods aanwezigheid. Een diep verlangen God te kennen en Zijn glorie te zien (vgl. Ex. 33-34). God werkt daarbij niet ‘in splendid isolation '. Hij schakelt mensen in, in de eerste plaats door te bidden. Dat is het eerste werk. Bidden is het eerste werk, omdat het ons richt op God, en Hem oproept tot Zijn werk. Maar het schakelt ons wel echt in: bidden is werk, is ingenomen worden in het plan van God.
Dat maakt ons actief. Om in een intiem contact met God te overleggen over Zijn plannen en vrijmoedig te pleiten op Gods genade, zoals Abraham deed voor Sodom (Genesis 18). En om met autoriteit te bidden voor de voortgang van Zijn rijk van vrede. Fundament van dit gebed is de overwinning van Jezus Christus aan het kruis over de machten van zonde, dood en duisternis. Wij bidden in de naam van Jezus Christus, de Heer. Bidden en het zoeken van de vrede voor de stad gaan overigens hand in hand. Bidden maakt vindingrijk en al biddend zullen zich nieuwe wegen openen voor getuigenis en dienen in de stad. Je wordt als mens ingeschakeld. Bidden doet ertoe. Dit is een evangelisch accent! Al kunnen evangelischen hier geen monopolie op laten gelden…
Gericht op Gods koninkrijk
De grote vraag is: wat mogen wij verwachten van gebed? Bij die vraag hebben we een bijbelse visie nodig op de komst van Gods koninkrijk. Met de dood en opstanding van Jezus Christus is de vrede van Gods rijk definitief aangebroken. Jezus liet dat zien in Zijn wonderen en prediking: ,,Het koninkrijk van God is bij u” (Lucas 17 vers 21). Maar tegelijkertijd geldt dat Gods rijk pas in volmaaktheid zal aanbreken wanneer Jezus zal zijn teruggekomen. Voor christenen is het zaak dat zij met allebei de realiteiten rekening houden. Nu al regeert God de wereld. Daarom mogen we verandering verwachten in mensen, genezing, verandering in kerken en in buurten. Tegelijk is deze wereld een slagveld tussen God en de boze machten. Er is veel verdriet, pijn en onvolmaaktheid. Dat maakt biddende christenen meer realistisch dan wie dan ook ten aanzien van alle pogingen om hier al een volmaakte wereld te scheppen
Onderzoek
Zomaar bidden, in algemene bewoordingen, voor ‘de stad', is goedkoop. Het is ongeïnteresseerd bidden. In het gebed voor de stad zal voortgang moeten zitten door de stad en de wijken van de stad in kaart te brengen en concreet voorbede te doen.
In de Bijbel zijn boeiende voorbeelden te lezen van mensen die onderzoek doen met het oog op de voortgang van Gods werk. Een bekend voorbeeld zijn de verspieders die Mozes uitzendt om Kanaän te verkennen (Numeri 13). Paulus loopt rond in Athene, bezichtigt tempels en wordt geraakt door de vele afgodsbeelden die hij ziet in de stad (Handelingen 17 vers 15-34).
Zo werkt het ook al lopend en inventariserend in je eigen stad. Je wordt bewogen en kunt gericht gaan bidden. Hart voor de stad begint met de stad en de mensen in de stad leren kennen. In afhankelijkheid van God ga je samen als kerken antwoord zoeken op de vragen:
1. Wat is Gods bestemming voor mijn wijk/stad/regio?
2. Wat zijn de problemen en belemmeringen voor Gods koninkrijk in mijn wijk/stad/regio?
3. Wat is de situatie van de kerk in de stad?
Schuldbelijdenis
Als je als christenen deel wordt van je stad, ga je aan de ene kant meer zien van wat God geeft in de stad. Tegelijk krijg je een scherper zicht op de zonden van de stad, in het hier en nu en in het verleden. Niet om als kerk het vingertje te heffen over de ‘morele verwording van de maatschappij'. Dat is totaal misplaatst. Ons wordt ook een vraag gesteld: wat hebben we als kerk gedaan aan wat niet goed is in Gods ogen? In hoeverre staan wij zelf ook schuldig? Zijn wij voor de zwakkeren in de samenleving opgekomen? Hebben wij onze tijd en ons geld ten dienste van anderen gesteld?
Eenheid van het lichaam
Gebed voor de stad is oecumene in actie. Het is ook een manier om met elkaar in contact te komen. Nu is echter niet de interne oecumene het hoofdbelang. Die brengt vaak weer de oude tegenstellingen terug op de landkaart. Het hoofdbelang is waar Jezus zelf hartstochtelijk om bidt voor Hij sterft: ,,Dat zij allen één zijn, opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt'' (Johannes 17 vers 21). In Handelingen 1 zien we de volgelingen van Jezus eendrachtig bidden en wachten op de kracht van de Geest (vgl. Joël 2). De voorgangers van de kerk hebben de taak om hierin voorop te gaan.
Samen bidden voor de stad kan ook voor de interne verhoudingen heilzaam werken. Het gaat hier niet om een goedkope eenheid, maar een eenheid die offers kost. Welk offer willen wij brengen als kerken en christenen voor de eenheid in liefde en waarheid, de eenheid van het geloof in Jezus Christus als Heer en Redder? Ook hier leidt bidden voor de stad tot zelfonderzoek. Willen wij werkelijk gaan voor Gods koninkrijk in onze stad?
(Bovenstaand artikel verscheen eerder in het christelijk opiniemaandblad CVKoers - oktober 2004)