Onderzoek 'Geloof en missie in het leven van jongeren': een reactie

Relatiemanager Kerk & Jeugd, Martine Versteeg, reageert

1 mei 2020
  • Profielafbeelding van Martine Versteeg
    Door:
    Martine Versteeg

Op 29 april werd het onderzoek ‘Geloof en missie in het leven van jongeren’ door Elsbeth Visser namens het Onderzoekscentrum Jeugd Kerk en Cultuur (OJKC) van de Protestants theologische Universiteit (PThU) gepresenteerd. Dit onderzoek werd gedaan in opdracht van HGJB, IZB en de GZB, vanuit de wens om in hun dienstverlening beter aan te sluiten bij jongeren in deze tijd. Uit het onderzoek blijkt onder andere dat orthodox-protestantse jongeren liever laten zien dat ze christen zijn, dan dat ze een ander willen overtuigen of bekeren. Luisteren naar elkaar, zonder oordeel en met onderling respect, vinden ze belangrijk als het gaat om hun missionaire overtuiging.

Vanuit MissieNederland willen we samen de kerk bewegen om de missie van Jezus uit te leven in wijk en wereld. Mijn focus ligt daarbij op de volgende generaties. Dus dit onderzoek is zeker voor mijn werk zeer relevant en interessant om op te reflecteren. Ik werd gevraagd om specifiek te reageren op wat het onderzoek betekent voor de praktijk van jeugdwerkers en predikanten. Laat ik ten eerste zeggen dat het goed is om te blijven beseffen dat dit onderzoek gedaan is in een specifieke hoek van het kerkelijk landschap. Bovendien zijn daarbinnen met name kerkelijk betrokken jongeren onderzocht.  

Vanuit mijn werk bij MissieNederland zie ik grote verschillen tussen kerken. Verschil in visie op zending en missie of het ontbreken van reflectie op die visie. Kerken met veel aandacht voor wereldwijde missie of de focus op missie in de wijk of missie in de eigen (werk)omgeving van een individueel gemeentelid.

Het is dus lastig om voor al die praktijken aanbevelingen te doen vanuit dit onderzoek. Ik kies ervoor om drie aanbevelingen uit het onderzoeksrapport uit te lichten en mijn gedachten daarbij te delen:

1. Laat twintigers niet van de radar vallen

In de praktijk zie ik dat de meerderheid van kerken geen of weinig betrokken jongeren hebben in de leeftijd van 17 tot en met 25 jaar. De leeftijd waar dit onderzoek zich op richt. Veel van deze jongeren vallen van de radar zodra zij klaar zijn met hun middelbare school. Dat zou ook wellicht verklaren waarom er minder oudere jongeren gereageerd hebben op de vragenlijst.

Graag benadruk ik de aanbeveling die genoemd wordt in het rapport: houd zicht op twintigers in de kerk.

Dit is wat mij betreft niet alleen omdat zij in het onderzoek aangeven deze activiteiten en connectie met kerk te missen, maar juist vanuit het perspectief van missie. Jongeren in de leeftijd van 17 tot en met 29 jaar houden zich in deze periode van ontwikkeling bezig met identiteitsvragen als ‘Waar hoor ik bij?’ en ‘Waar doe ik toe?’ (De roerige pubertijd met de focus op de vraag ‘Wie ben ik?’ is langzamerhand afgesloten.) Dit zijn juist de vragen die schuren aan missionair bewustzijn en handelen. Welke plek heb ik in de samenleving? Welke rol heb ik in die missie van God? Hoor ik bij de kerk? Hoor ik bij Jezus? En zo ja: wat betekent dat voor mijn plek in deze wereld? En wat heeft dat voor effect op mijn handelen?

De jongeren in deze leeftijd staan veel in verbinding met de wereld, wat ook uit het onderzoek naar voren komt. Jongeren in deze leeftijd hebben meerdere niet-christelijke vrienden.  

Bovendien zijn de hersenen ondertussen zo ontwikkeld dat zij ijzersterk zijn in het analyseren van de praktijk. Zij voelen haarfijn aan of het missionair handelen van de kerk tot ongemakkelijke situaties lijdt of het inhoudelijk onjuist of ouderwets is, en of de activiteiten alleen voor ouderen aansprekend zijn of niet. Volgens het rapport zijn dit overigens ook de redenen voor jongeren om af te haken bij missionaire activiteiten.

Dus betrek twintigers in je gemeente en laat ze niet van de kerk-radar vallen. Juist zij kunnen belangrijke richtingaanwijzers zijn voor het missionair handelen en bewustzijn van de gemeente als geheel.

2. Relatiegericht missionair werk

Een ander aspect wat mij in het onderzoeksrapport opviel is de conclusie:

“Jongeren lijken de relatie met anderen te stellen boven het vasthouden aan orthodoxe principes. Ze zijn stellig over het christelijk geloof, maar minder stellig als ze daarmee anderen buiten sluiten of anderen mogelijk beledigen.” Iets verder op staat: “Missionair zijn betekent voor de respondenten met name dat ‘anderen iets van mijn geloof laten zien door mijn manier van leven’.

Toen ik dat las was het eerste wat door mij heen flitste: “Warempel! Jongeren doen aan relatiegericht missionair werk.”

In de afgelopen decennia is het advies van jeugdwerprofessionals veelal geweest: investeer in relatiegericht jeugdwerk. Leg de focus van jeugdwerk niet op de activiteit, maar op de relaties. Juist vanuit die relaties met christelijke leeftijdsgenoten en rolmodellen leren kinderen, tieners en jongeren wat geloven in Jezus betekent. Ondertussen hoor ik steeds meer kerken de term relatiegericht jeugdwerk gebruiken en zie ik het terug komen in hun beleidsplannen.

Ergens bewonder ik deze nieuwe generatie die dus kennelijk doordrongen zijn van het feit dat geloven met heel het leven te maken heeft. Dat het niet alleen vorm krijgt op de zondag of in een activiteit. En dat dus een groot deel van hen dat leven met Jezus wil delen. Dat is iets om enthousiast over te worden.

Tegelijkertijd laat het onderzoeksrapport ook zien dat deze vorm van missionair-zijn tot gevolg kan hebben dat missionair handelen bij het individu blijft, niet structureel is en moeilijk herkenbaar is voor niet-christenen.

Hierop geven de onderzoekers de aanbeveling om jongeren te leren op welke manieren zij missionair kunnen zijn. Heel eerlijk denk ik dat dit aspect niet alleen geldt voor jongeren. In het onderzoek wordt ook in het theoretische kader benoemd dat oudere generaties faith-sharing lastiger vinden dan de jongere generaties. Ik zou daarom juist pleiten dat we dit relatiegericht missionair handelen ondersteunen met relationeel gemeente zijn. Leren van en tussen de generaties.

Ik voel daarin ook wel wat voor de aanbeveling uit het rapport aan organisaties en kerken om je bij missionair-zijn niet alleen te richten op het organiseren van activiteiten, maar juist op het delen van je leven met niet christenen.
En ik denk eigenlijk dat dat moet beginnen bij een gemeente waarin onderling het leven gedeeld wordt. Kan een dergelijke relatiegerichte gemeente, ondersteunend en toerustend zijn voor jongeren in hun wens om hun leven met Jezus te delen met anderen? Daar helpen we niet alleen jongeren mee. We mogen missionaire rolmodellen zijn voor elkaar.

3. Missie dichtbij versus missie ver weg

Een ander aspect uit dit onderzoek vond ik erg opvallend. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste jongeren missionair actief zijn in hun directe omgeving. Een kleinere groep actief voor mensen in Nederland en een nog kleiner percentage missionair actief voor mensen wereldwijd.

Ergens vind ik dit begrijpelijk en tegelijkertijd ook jammer. Juist vanwege de visie van wederkerigheid in missie die in het theoretische kader van het onderzoek wordt omschreven. In culturele verschillen komt vaak nog duidelijker missionair bewustzijn naar boven en krijgt het missionair handelen concreet vorm.

Daarin hoor ik juist veel jongeren die aangeven dat hun leven en geloof is versterkt door een diaconale/missionaire jongerenreis. Juist in het leggen van relaties met een ander cultuur en het geconfronteerd worden met fysieke nood, als honger en armoede, krijgt het eigen geloof en missionair handelen vorm. Het is een aspect wat in dit onderzoek niet verder is uitgediept.

Is die mindere aandacht voor wereldwijde missie te danken aan minder aandacht van kerken voor die wereldwijde missie?  Welke rol heeft wereldwijde missie in het ontwikkelen van missionair bewustzijn en handelen bij jongeren? Dat zou mij wel boeien.

Woord van dank

Hartelijk dank voor dit onderzoek, Elsbeth Visser. Ook dank aan het OJKC  voor het uitvoeren van dit onderzoek en voor de HGJB, IZB en GZB voor het initiëren ervan. Deze presentatie zal vermoedelijk nog maar het begin zijn van verdere reflectie en doordenking. Het onderzoeksrapport Geloof en missie in het leven van jongeren, kun je hier lezen.

Presentatie

Martine Versteeg deelde deze reactie op het onderzoek eerder tijdens de online presentatie van het onderzoek 'Geloof en missie in het leven van jongeren'.

Meer blogs en columns

Zo blij als een kind

‘Weet je wat ik zo grappig vond net? Ik denk dat jullie het niet hoorden? Toen die honderd kinderen vooraan stonde…
Lees verder

Diepgaande gesprekken en verbondenheid

Op dinsdagochtend 7 november 2023, kwamen Third Culture Kids (TCKs), medewerkers van zendingsorganisaties en ouders van …
Lees verder

Samen Jong draagt al één jaar bij aan het brengen van leven

Samen Jong bestaat deze week één jaar. Een jubileum en écht een reden voor een feestje. Waar eerst …
Lees verder
8-10 keer per jaar een nieuwsbrief vol passie voor missie

Ontvang de nieuwsbrief van MissieNederland