Vier 1 juli

Vieren en herdenken: de afschaffing van de slavernij

24 juni 2021
  • Profielafbeelding van Jan Wolsheimer
    Door:
    Jan Wolsheimer

Ik kan me niet herinneren dat ik vroeger op school ooit iets heb gehoord over het slavernijverleden van ons land. Alsof het een lelijke vlek in onze geschiedenis was die bedekt moest blijven. In plaats daarvan gingen de geschiedenislessen over de heroïsche Gouden Eeuw met als middelpunt de oprichting van de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) en later de WIC (West-Indische Compagnie). Gouden tijden vol welvaart, mogelijkheden en liederen over een zekere Pieter Pietersen Heyn die we jaarlijks als schoolkinderen zongen tijdens de aubade op Koninginnedag. Een zekere trots vervulde ons als volk van Oranje.

Dat er onder dat laagje bladgoud een zeer bloedige geschiedenis schuilging ging aan veel Nederlanders voorbij als gevolg van de lesboeken die in de jaren tachtig en negentig op scholen werden gebruikt. Dat is best gek, want als tiener las ik het afschuwelijke boek De hut van Oom Tom van Harriet Beecher Stowe, maar de koppeling met mijn eigen land maakte ik niet. De gedachte dat wij Nederlanders een nogal bepalende rol hebben gespeeld in de Trans-atlantische slavenhandel was domweg niet aanwezig. En misschien is het pas sinds de zwartepietendiscussie (2011) dat wij witte Nederlanders hier pas echt ten volle mee worden geconfronteerd.

Toen ik laatst rondliep in het Rijksmuseum in de aangrijpende tentoonstelling over slavernij en luisterde naar de verhalen van slaven, slavenhandelaren en echtgenotes van slavenhandelaren overviel me een diep gevoel van teleurstelling en verdriet. Hoe is het mogelijk dat een periode van 250 jaar van mensonterende wreedheden vakkundig uit het collectieve geheugen lijken te zijn gewist? 'What happens at the plantation, stays at the plantation.' Ik voelde me dom, schuldig en enorm verdrietig. Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik graag een donker kamertje had opgezocht om eens diep en lang te huilen. Begrijp me goed, vanaf mijn twintigste wist ik dit natuurlijk allemaal wel maar tijdens deze tentoonstelling gingen de verhalen van mijn hoofd naar mijn hart. En dat deed pijn.

Het is goed dat er in onze tijd ruime aandacht is voor racisme en uitsluiting. Het is goed dat we rond kunnen lopen in een museum om geconfronteerd te worden met ons bloedige verleden. Het is ook niet erg om schuldgevoel te ervaren voor dingen die je niet persoonlijk hebt gedaan. Het is prima om je dom te voelen als je beseft dat een groot deel van je leven onwetend was. Maar deze gevoelens helpen ons niet verder. Terugkijken in de geschiedenis kan alleen vruchtdragen als we durven leren en samen willen bouwen aan een toekomst waar geen ruimte meer is voor dit soort mensonterende systemen. Huilen, rouwen maar ook de rug rechten om werk te maken van ongelijkheid.

Terugkijken in de geschiedenis kan alleen vruchtdragen als we durven leren en samen willen bouwen aan een toekomst waar geen ruimte meer is voor dit soort mensonterende systemen

Toen ik vorig jaar met mijn oudste dochter aanwezig was tijdens een grote demonstratie in de Bijlmer besefte ik dat racisme wel degelijk ook mijn probleem is. Ik moest denken aan een citaat van Desmond Tutu in zijn boek over vergeving: 'We zijn niet verantwoordelijk voor wat ons breekt, maar we kunnen wel verantwoordelijk zijn voor wat ons weer in elkaar zet. Door de pijn te benoemen, beginnen we onze gebroken delen te repareren.' Niemand heeft er iets aan als we het verleden verzwijgen, dat ontneemt ons namelijk de mogelijkheid om van ons verleden te leren en samen de zaken anders aan te pakken. Jij en ik, wij kunnen het verleden niet ongedaan maken. Daarom is het verleden een plaats die we soms bezoeken, maar waar we niet moeten gaan wonen. Wel kunnen we de toekomst vormgeven en dat geeft hoop.

Daarom heb ik samen met een groepje mensen besloten om op 1 juli de vlag uit te hangen. Om te vieren dat op 1 juli 1863 het Koninkrijk der Nederlanden met de Emancipatiewet de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen afschafte. Ja, ik weet dat de slaven ter compensatie van de plantagehouders nog tien jaar op contractbasis moesten werken. Maar 1 juli markeert een verandering en daarom is 1 juli 1873 pas echt een feestdag. De ketenen werden eindelijk verbroken. Ik hang de Nederlandse vlag uit, het is sowieso de enige vlag die ik heb, maar om ook te illustreren dat het een feestdag is voor Surinamers, inwoners van de Antillen én Nederlanders.

Doe je ook mee met deze actie? Ik weet dat mensen van kleur dit erg waarderen en het geeft ons de gelegenheid om samen te staan voor een nieuwe toekomst. Als je meedoet, post dan een foto met bijschrift op social media met hashtag #vier1juli.

Thema: Meer (dan) kleur

Dit artikel hoort bij het thema 'Meer dan kleur'. Ontdek op ons thema-overzicht meer artikelen en mogelijkheden om met jouw christelijke geloofsgemeenschap of community een volgende stap te zetten.

Over Jan Wolsheimer

Jan Wolsheimer is directeur bij CAMA Zending. Op het moment van schrijven was hij directeur bij MissieNederland. 

Meer blogs en columns

Zamiso: getuigen als een feestje

Mijn vrouw, Dorien, heeft een moestuin en zij vindt het heerlijk om in de aarde te wroeten, zaadjes te zaaien, plantjes …
Lees verder

Op de knieën dankzij Izak

Mijn steen moet wel af. En de werkdag zit er bijna op. Dus ik heb wat haast. Met een stevige pas én een stempel m…
Lees verder

Voor of tegen: het is te gemakkelijk

Ben je voor of tegen Israël? Ben je pro-Palestijns? De volop losgebarsten strijd tussen Israël en Hamas leidt …
Lees verder
8-10 keer per jaar een nieuwsbrief vol passie voor missie

Ontvang de nieuwsbrief van MissieNederland