Afgelopen week woonde ik een live‑opname van ’De Ongelooflijke Podcast’ bij. Het was een sterke aflevering met Kees van Ekris, de nieuwe scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, vaste tafelgast theoloog Stefan Paas en presentator David Boogerd. Mede hierdoor geïnspireerd schreef ik onderstaande reflectie.
Kees sprak naar aanleiding van zijn nieuwste boek ‘De magie van het geloof’ over mythes en hoe sommige mythes macht over ons kunnen krijgen. In het gesprek werd er onder meer verwezen naar de mythische gedachten van ‘eigen volk eerst’. Ook werd er stilgestaan bij de anti‑immigratiedemonstraties van eind september, waar naast nationalistische en extreemrechtse symbolen ook christelijke uitingen te zien waren, zoals het kruis. Er werd daar ook uit Psalm 4 voorgelezen en op een spandoek stond: ‘God is goed. Geert wordt groot.’ We zien steeds vaker dat christelijk geloof en symboliek zich vermengen met nationalisme. Maar wat ís christelijk nationalisme eigenlijk?
Reflectie
De dag voor de podcastopname ontving ik toevallig van onze zusterkoepelorganisatie, de Evangelical Alliance UK (EAUK), een reflectie over precies dit onderwerp. Ook in het Verenigd Koninkrijk waren recent demonstraties waarbij christelijke symbolen samen met nationale en extreemrechtse uitingen zichtbaar waren. De reflectie vond ik waardevol en ik deel graag hierna de kern ervan in de hoop dat we als christenen in Nederland hier op een gelovige, hoopvolle en profetische manier over in gesprek kunnen blijven.
Wat is christelijk nationalisme?
De Evangelical Alliance UK definieert christelijk nationalisme als een ideologie waarbij ideeën over de nationale identiteit versmelten met een specifieke vorm van christendom. Kernidee hiervan is dat wetten, cultuur en instituties christelijke waarden moeten weerspiegelen. Vaak gaat dit gepaard met de bewering dat de samenleving ooit op het christendom was gebouwd en dat we moeten terugkeren naar dat erfgoed. Van Dale omschrijft nationalisme als ‘voorliefde voor het eigen volk (gepaard met een zekere afkeer van het vreemde)’.
Grenslijnen diffuus
De grenslijnen zijn echter vaak diffuus. Zeker nu verschil in visie op het migratiebeleid hierin een grote rol speelt. Elementen als vaderlandsliefde, visie op migratie en christelijke waarden in de samenleving zorgen voor onduidelijkheid bij de definiëring van christelijk nationalisme. In de reflectie van EAUK stelt de organisatie dat christelijk nationalisme geen uniforme stroming is, maar eerder een spectrum, waarover straks meer.
Want is iemand die van zijn land houdt, christelijke waarden in onze samenleving belangrijk vindt en zich zorgen maakt over het huidige migratiebeleid automatisch een christelijk nationalist? En denken alle mensen die je mogelijk kunt aanduiden als ‘christelijke nationalist’ hetzelfde? Als we de visies van verschillende personen naast elkaar leggen, wordt al snel duidelijk dat we niet iedereen die houdt van zijn of haar land én van christelijke waarden over één kam kunnen scheren.
Zijn zij christelijk nationalisten?
Charlie Kirk, Els Rechts en Thierry Baudet pleitten de afgelopen tijd voor meer christelijke waarden in de samenleving. Omdat ze dat deden met een passie voor hun land en voor deze waarden, zou je ze christelijk nationalisten kunnen noemen. Ook al verschillen hun visies sterk van elkaar. En hoe zit het dan met christelijke politici? Zijn zij christelijk nationalisten? In het Verenigd Koninkrijk, met haar sterke verbondenheid met de Anglicaanse Kerk, stelt de EAUK zelfs de vraag of je het hoofd van de Anglicaanse kerk ook niet een Christelijk nationalist zou kunnen noemen.
Persoonlijk zou ik het toch wel erg lastig vinden om in onze Nederlandse context landelijke christelijke leiders met liefde voor christelijke waarden als Christelijk nationalisten te bestempelen. Ook al houden zij zichtbaar van ons land. Wat het extra ingewikkeld maakt, is dat je ook nog eens verschillende vormen hebt van christelijk nationalisme.
Vier typen christelijk nationalisme
EAUK probeert een nuance aan te brengen door vier typen christelijk nationalisme te definiëren:
- Confessioneel Christelijk nationalisme (grote C en kleine n). De kern van toewijding ligt hierbij bij het christelijk geloof. Nationalisme of patriottisme vloeit daaruit voort; gevormd door het idee dat loyaliteit aan de natie iets moet weerspiegelen van loyaliteit aan Gods gerechtigheid en waarheid. Nationalisme is hierbij een gevolg van geloof. Confessioneel Christelijk nationalisten houden van hun land, maar interpreteren die liefde door de lens van discipelschap, dienstbaarheid en naastenliefde.
- Cultureel christelijk nationalisme (kleine c en kleine n). Hier is ‘christelijk’ meer erfgoed dan geloof. Hoewel cultureel christelijk nationalisten nauwelijks kerkdiensten bezoeken en geen persoonlijk geloof hebben, vinden ze de christelijke waarden en de morele toon van een christelijk land belangrijk. De inhoud van dat ‘christelijke’ is wel vaak vaag. Christendom is hier eerder comfortabel traditioneel dan persoonlijk transformerend.
- Klassiek Christelijk Nationalisme (grote C en grote N). Geloof en natie zijn hierbij even belangrijk en worden met gelijke kracht verdedigd. Het land wordt gezien als een christelijke natie met een goddelijke roeping en de roeping van de kerk is hieraan verbonden. Het kruis en de vlag versterken elkaar. Dit zien we vooral in Amerika; in Engeland en in Nederland zien we dit niet of nauwelijks.
- Gecoöpteerd christelijk Nationalisme (grote N en kleine c). Hier is nationalisme leidend en het christelijk geloof een handig attribuut. Kerkelijke taal en symboliek worden ingezet om de identiteit van een land te versterken of om vermeende of ervaren bedreigingen (bijvoorbeeld: immigratie, secularisatie, islam) te weerstaan. Persoonlijke geloofsovertuiging is hierbij optioneel. Oproepen tot ‘terugkeer naar christelijke waarden’ dienen bij deze variant vooral als cultureel bindmiddel of politiek instrument en niet als uiting van toewijding aan Jezus Christus.
Deze vierdeling laat zien dat ‘hét christelijk nationalisme’ als zodanig niet bestaat. Er is geen sprake van een uniforme christelijk nationalistische stroming, maar van een spectrum: van oprecht discipelschap, dat een liefde tot het land waartoe men behoort met zich meebrengt[i], tot erfgoednostalgie en politieke strategie.
Hoe hiermee omgaan?
Hoe moeten we nu als christenen hiermee omgaan? Enerzijds zegt Jezus dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld is en zegt de Bijbel dat wij vreemdelingen zijn in de wereld. Dat wij hier geen blijvende plek hebben, maar ons dienen te richten op het toekomstige. Dat zou de suggestie kunnen wekken dat christenen helemaal geen binding met hun land mogen hebben en dat elke vorm van binding met ons land of onze woonplaats moet worden afgewezen.
Anderzijds wordt in Jeremia 29 het volk Israël ertoe opgeroepen om zich, gedurende de tijd dat ze in ballingschap verblijven, in te zetten voor de bloei van de stad waarin ze verblijven. Deze oproep geldt ook voor ons, want in het Nieuwe Testament zien we in andere bewoordingen deze gedachte terug. We worden daarin opgeroepen te bidden voor de overheid en de toestand van het land waarin we leven, zodat we een stil en rustig leven mogen leiden op die plek. Ook zie je in de nieuwtestamentische brieven herhaaldelijk oproepen aan christenen om een voorbeeld te zijn voor hun omgeving, hard te werken en zich in te zetten en niet alleen maar ‘te gaan zitten wachten tot Jezus terugkomt’.
Zegenend aanwezig zijn
Als gelovigen zien we weliswaar uit naar een nieuwe wereld, maar dat mag ons er niet van weerhouden zegenend aanwezig te zijn in de omgeving (de stad of het land) waarin God ons heeft geplaatst. Sterker nog wij moeten daarin zijn als een licht en een zout! In die zin kun je zeggen dat (Confessioneel) Christelijk nationalisme, met een hoofdletter C en een kleine n, een Bijbelse opdracht is.
Geen politiek gewin
We zien ook in de Bijbel heel duidelijk dat het niet de bedoeling is om de boodschap of de naam van Jezus Christus voor een politiek karretje te spannen. De naam van God of Zijn waarden mogen nooit worden geïnstrumentaliseerd voor politieke gewin. Een nationalisme dat christelijke gedachten of de naam van God wil gebruiken om eigen belangen, soms zelfs in strijd met Gods Woord, te bevorderen, is iets waar christenen zich ver van zouden moeten houden.
In Nederland
Christelijk nationalisme is in Nederland nog niet zo dominant als in sommige andere landen, maar signalen zijn wél zichtbaar. De centrale vraag is hier niet of het christendom invloed heeft, maar hóe die invloed vorm krijgt.Zal de naam van Jezus Christus worden ingezet om wrok en uitsluiting te legitimeren, of zal zij getuigen van verzoening en gerechtigheid?
We moeten de verleiding weerstaan om nationalisme te kerstenen. In plaats daarvan is gebed voor een stille opwekking nodig, geworteld in berouw, bekering en vernieuwing. Tegelijk moeten we eerlijk zijn over onze geschiedenis. Het christendom heeft positief bijgedragen aan opvattingen over waardigheid, rechten en gelijkheid, maar het is ook verstrengeld geweest met kruistochten, koloniale politiek en machtsvertoon.
Dit is de realiteit van het heden en verleden van onze ‘christelijke’ natie. Als christenen hebben wij, in onze tijd, de taak om mensen van goed nieuws te zijn in een wereld vol slecht nieuws.
Wat kunnen wij doen?
De complexe realiteit vraagt om christenen én een Kerk die pastoraal en profetisch aanwezig zijn. Wat kunnen wij doen?
- Luisteren naar pijn: Hoor de mensen die zich genegeerd voelen en op straat en online hun onvrede uiten. Hun pijn vraagt serieuze aandacht.
- Weerstand tegen vervlechting: de nationale identiteit is géén heilige entiteit. Zodra nationale identiteit als heilig wordt voorgesteld, dreigt afgoderij.
- Symboolkritiek met nederigheid: Benoem misbruik van christelijke symbolen, maar blijf open voor het onverwachte werk van Christus, die mensen soms via ongemakkelijke wegen bereikt en geleidelijk vormt. Benader de ander altijd liefdevol vanuit waarheid én genade.
- Historische eerlijkheid: Spreek eerlijk over de positieve rol van het christendom in onze geschiedenis; zo zijn bijvoorbeeld veel van onze grondrechten voortgekomen uit het christendom. Maar schuw ook niet de eerdergenoemde negatieve rol van het christendom te benoemen.
- Eerlijkheid over de geseculariseerde samenleving: Terwijl we de scheiding van kerk en staat bevestigen, moeten we ook duidelijk maken dat seculiere neutraliteit zowel een mythe als een mislukking is. Elke visie (bijvoorbeeld ook een sociale of liberale visie) op de samenleving rust op een set overtuigingen, en het secularisme schiet daarin tekort. Blijf dus inzetten op en spreken over de christelijke waarden die ons gemeenschappelijk leven ten goede blijven vormen.
- Het publieke debat : Maak ruimte voor eerlijke, compassievolle gesprekken over migratie, identiteit en culturele verandering. Draag zorg voor vluchtelingen, maar houd tegelijk ruimte voor discussie over de impact en grenzen van migratie.
- Kerk als voorbeeld: Laat als Kerk zien dat het anders kan. De veelkleurigheid van de Kerk die mensen verenigt en verbindt (verschillende etniciteiten, sociale klassen, politieke voorkeuren en generaties) is hiervan een mooi voorbeeld. Zet daarom in op eenheid en samenwerking tussen diverse kerken.
Als christenen en Kerk kunnen wij groot verschil maken in onze omgeving. In de kern is de christelijke belijdenis niet ‘Christus is Koning’ als politieke leus, maar als radicale ordening van onze loyaliteiten. Wanneer we Jezus als Heer belijden, krijgt elke andere loyaliteit (nationaliteit, etniciteit, politieke ideologie) zijn plaats onder Zijn heerschappij. Laten wij, als volgelingen van Hem, het goede zoeken voor ons land, deze wereld en alle mensen om ons heen.
Het artikel van de Evangelical Alliance UK, waar naar wordt verwezen vind je hier.