Ik ben vergeten te bidden

Ons land heeft nog steeds ons gebed nodig

6 oktober 2021
  • Profielafbeelding van Jan Willem Janse
    Door:
    Jan Willem Janse

Het was nog een ver-van-mijn-bed-show, ruim anderhalf jaar geleden. Het niet meer schudden van elkaars handen leidde tot enige hilariteit. Langzaamaan werd het echter wel duidelijk dat het risico groot was. De beelden uit Italië waren dreigend: de ziekenhuizen konden het niet meer aan. Dit wilden we niet ook in Nederland. Tijdens een gebedsavond op Groot Nieuws Radio bad ik dat corona niet in ons land zou uitbreken. Ik hou wel van een concreet gebed.

Die concrete vraag werd niet verhoord. In de praktijk waren de eerste mensen in Nederland vermoedelijk al besmet. Toen in de eerste twee weken van maart duidelijk werd dat de situatie ook voor Nederland serieus zou worden, ontstond het initiatief om een Dag van Nationaal Gebed te organiseren. In vijf dagen tijd werd voor het eerst sinds vele jaren weer een nationale gebedsdag georganiseerd, met een brede vertegenwoordiging van vele kerken. Ik herinner me vooral de drukte die daarbij kwam kijken, maar ook de impact. Meer dan honderdduizend mensen baden eenparig mee. Persoonlijke verhalen werden gedeeld en voor elke mogelijke getroffene (zieke, verzorgende, eenzame, etc.) werd gebeden. Ik ontving reacties van mensen die bemoedigd waren door deze dag en ook zelf werd ik diep geraakt door de belofte dat we het niet alleen dragen. Ook al vond ik de eenzaamheid van de lockdown en social distancing af en toe behoorlijk pijnlijk, ik ervoer dat God erbij was en mij hielp om zelfs oude wonden te helen. 

De maanden verstreken. Versoepelingen van maatregelen en verzwaringen wisselden elkaar af. Ondertussen bad ik nog steeds. Uiteraard wisselde het gebedsonderwerp zo nu en dan (voor de kerken, het zorgpersoneel, de pers, de overheid) en was ik me de ene dag meer bewust van het belang daarvan dan de andere. Door de maanden heen werden de geluiden van wantrouwen richting de overheid steeds groter. Haat richtte zich op premier Mark Rutte, minister Hugo de Jonge en minister Ferd Grapperhaus. Ook onder christenen. Kerken (en ook andere groepen in Nederland) raakten verdeeld over het al dan niet volgen van maatregelen (de vaccinaties waren nog enigszins een vergezicht). Een landelijke oproep tot gebed om eenheid en voor de overheid volgde. Die deelde ik met overtuiging en moedigde ook mij weer aan om te bidden. 

Natuurlijk is het lastig om te duiden of zo'n gebed om eenheid en voor de overheid in die tijd werd verhoord. Iedereen heeft een mening over de coronamaatregelen en uitspraken van diverse bewindspersonen. En als je het ermee oneens bent, zul je wellicht beoordelen dat het gebed voor de overheid geen effect heeft. Wat ik bij mezelf bemerkte was dat ik na dit gebed weer milder werd. Nu klaagde ik namelijk niet meer passief vanaf de zijlijn, maar nam ik mede verantwoordelijkheid door te bidden. Ik stond nu biddend naast de ministers in plaats van tegenover hen. Nog steeds was er ruimte om anders te denken en mijn voorkeur uit te spreken voor een andere aanpak van de coronacrisis. Geen probleem. Er was nog steeds ruimte om mijn eigen pijn te benoemen. Maar mijn hart werd gezuiverd van mijn neiging tot oordeel. Oordeel dat eenheid in de weg stond. Het gebed voor de overheid maakte niet alleen haar last lichter (ik hoop dat dat het deed), maar ook de mijne. Ik kwam weer in de juiste positie te staan. Open, afhankelijk en kwetsbaar.

De discussie naar aanleiding van het beleid rondom de CoronaCheck-app levert ook nu weer veel verdeeldheid, oordeel en wantrouwen op. Zowel in de kerk als daarbuiten. Het ene moment maakt dat me onverschillig: ik laat het graag aan me voorbijgaan. Maar op andere momenten raakt het me. Zowel wanneer het gaat om de (ongewenste) bij-effecten van het huidige beleid, als wanneer het gaat om de manier hoe christenen met elkaar omgaan. Hoewel ik met wat inlevingsvermogen veel kan begrijpen, verbaast het me toch hoe verdeeldheid in korte tijd zo enorm kan toenemen. En toen... temidden van mijn verbazing realiseerde ik me ineens iets:

Ik ben vergeten te bidden.
Voor ons land, voor de wereld.
Voor een weg uit de coronacrisis. 

Ik deed net alsof de crisis al achter ons ligt. De vinkjes stonden bij wijze van spreken al achter de rij met gebedsverzoeken: voor de zorg, voor de zieken, voor de overheid, voor de kerk. Maar ondertussen wordt onze regering dag na dag vervloekt. Ben ik beschikbaar om tegenover dat alles te bidden en te zegenen? Bid ik nog voor wijsheid voor hen die uiterst  moeilijke beslissingen moeten nemen? Voor de overheid, voor (kerk)leiders? Bid ik nog om kracht voor de zorgprofessionals? Voor genezing van zieken? Mijn gebeden rondom de crisis zijn verslapt, terwijl de nood nog steeds groot is. Deze week ben ik daarom bewust opnieuw aan het bidden voor alle bovengenoemde groepen.

Misschien bleef jij al die tijd wel bidden. Misschien verslapte jouw gebed ook, net als bij mij gebeurde. Misschien heb je zelfs eerder de neiging tot vervloeken. Mag ik je uitnodigen om toch weer met me mee te doen en ons land opnieuw aan God op te dragen? 

Foto Dag van Nationaal Gebed: © EO - Willem Jan de Bruin

Meer blogs en columns

Zamiso: getuigen als een feestje

Mijn vrouw, Dorien, heeft een moestuin en zij vindt het heerlijk om in de aarde te wroeten, zaadjes te zaaien, plantjes …
Lees verder

Op de knieën dankzij Izak

Mijn steen moet wel af. En de werkdag zit er bijna op. Dus ik heb wat haast. Met een stevige pas én een stempel m…
Lees verder

Voor of tegen: het is te gemakkelijk

Ben je voor of tegen Israël? Ben je pro-Palestijns? De volop losgebarsten strijd tussen Israël en Hamas leidt …
Lees verder
8-10 keer per jaar een nieuwsbrief vol passie voor missie

Ontvang de nieuwsbrief van MissieNederland